Dag 3 - Sennen - Perranporth

Als we wakker worden is het niet al te warm, maar droog en er staat een lichte bries. Na ontbijt het ontbijt stappen we op de fiets richting het noorden. Het eerste stuk is redelijk vlak langs het vliegveld van waar je vluchten naar de Scilly eilanden kunt maken naar St. Just. Hier houden we even pauze om wat inkopen te doen bij de super midden in het plaatsje. Ik probeer nog een keer geld op te nemen, maar ook hier wordt mijn pas geweigerd. Na St. Just wordt het landschap iets heuvelachtiger met een paar korte klimmetjes maar echt erg wordt het (nog) niet. In de omgeving van Pendeen staan langs de kust allemaal restanten van oude tinmijnen. Vanaf de oudheid tot voor een honderd jaar werd er in deze omgeving veel naar tin gezocht in vaak erbarmelijke omstandigheden, het weer kan hier goed huis houden, er groeien hier niet zo heel veel bomen.

Rond Morvah verandert het landschap even totaal, weg zijn de open vlaktes en wordt de weg ineens omgeven door een lieflijk heggen landschap. Een gevolg hiervan is dat de weg ineens veel smaller wordt en een groepje fietsers zoals wij gecombineerd met een busje ineens een lastig obstakel worden. In de buurt van Porthmeor wordt het landschap ruiger en verschijnen de eerste vervelende klimmetjes. Met een klim heb ik echt veel moeite, gelukkig is het de laatste voor St. Ives. In St. Ives halen we bij de Subway onze lunch, lekker veel brood, vet en calorieen.... Gelukkig kunnen we schuilen, want het zo nu en dan een drupje verandert even in een serieuze regenbui, gelukkig kunnen we in in een portaal van een winkel die al jaren gesloten is schuilen.

We verlaten St. Ives over een drukke wegrichting Lelant, gelukkig kunnen we regelmatig gebruik maken van een fietspad, alhoewel dat best wel link is hier en daar, we dalen terug af naar zeeniveau (daar waren we in St. Ives ook al). In Hayle slaan we linksaf de duinen in, richting een surfersparadijs, want er rijden voortdurend meer of minder geslaagde, gepimpte auto's voorbij met surfplanken op het dak. Een paar kilometer buiten Gwithian dalen we weer eens van een duin af als we in een haarspeldbocht ineens een fiets achter ons onderuit horen gaan. Auke blijkt in een net niet haakse bocht (hoe toepasselijk Hell's Hole genoemd) die een beetje vochtig is over het voorwiel weggegleden te zijn. De schade blijft redelijk beperkt tot Auke, zijn jas, fiets en fietstassen die later op de dag met Duct tape en ander kunst en vliegwerk provisorisch (waterdicht) gemaakt worden.

Het begint steeds meer te regen totdat we net voor Portreath echt in een plensbui terecht komen. Als we weer afgedaald zijn naar de haven schuilen we even in een bushok om wat te eten. Langzaam aan klimmen we weer naar de "hoogvlakte", om in Porthtowan aan de ene kant van de haven weer naar zeeniveau af te dalen en aan de andere kant van de haven net zo hard weer een meter of 50 redelijk steil te klimmen. Met wat vies weer is het bepaald geen pretje zo. Via St. Agnes (wat best een mooi plaatsje lijkt in vergelijking met al die grijze havenstadjes van afgelopen middag) rijden we naar Perranporth waar we denken een camping te kunnen vinden. De camping is inderdaad aanwezig, maar in principe niet voor trekkers, Joost praat wat op de beheerder in en gezien het weer (het miezert nog steeds behoorlijk) strijkt men met de hand over het hart en mogen we een nachtje blijven.

Als de tenten staan en we gedouchet hebben (grrr, douches die je met kleingeld moet activeren) blijkt het weer een beetje opgedroogt te zijn en komt de zon er zelfs even door. We besluiten gezien het tijdstip in de lokale pub wat te eten. Met een paar "pints of coke" en een lekkere soep + hoofdgerecht wordt de energievoorraad weer aangevuld. Via het strand lopen we terug naar de camping en gaan rond 11 uur slapen.

Afstand: 70 km

Vmax: 49 km/u

Afstand totaal: 100 km

Comments

Comments powered by Disqus